Uitgeverij Lemniscaat
Het familiegevoel bij uitgeverij Lemniscaat
Het woord familie valt vaak in een gesprek met directeur en uitgever Jean Christophe Boele van Hensbroek van uitgeverij Lemniscaat. De uitgeverij is een familiebedrijf, dat overging van ouders op zoon.
Met haar schrijvers en illustratoren heeft Lemniscaat een meer dan zakelijke band . Ook dat voelt als een familie. En bij een familie hoort een familiehuis, waar volgende week het jubileum van de uitgeverij wordt gevierd: het landhuis Spaensweerd in Brummen.
Een wild feest in een landhuis aan de Gelderse IJssel? Op Spaensweerd zijn ze veel gewend, maar feesten zijn er eerder stijlvol dan wild. Spaensweerd heeft een geschiedenis waarin veel koninklijke gasten voorkomen. Oudere Brummenaren vertellen met trots over hun ontmoetingen met de prinsessen in het dorp. Maar Spaensweerd heeft ook een band met uitgeverij Lemniscaat. Directeur en uitgever Jean Christophe Boele van Hensbroek heeft er heel wat vakanties doorgebracht. Volgende week zaterdag viert hij er het vijfenveertigjarig jubileum van zijn uitgeverij met een “wild”feest naar het voorbeeld in haar oudste nog verkrijgbare prentenboek, ‘Max en de Maximonsters’.
Mooie herinneringen heeft de uitgever aan zijn grootouders van moeders zijde, de familie Reesink, van de bekende Zutphense onderneming. Voor de oorlog kregen zij Spaensweerd in bezit. Aanvankelijk gebruikten ze het als een zomerverblijf naast hun huis in Zutphen, maar tijdens de tweede wereldoorlog gingen ze er wonen. Hij herinnert zich zijn grootmoeder als een krachtige persoonlijkheid. Zelfs de Duitse soldaten, die in de oorlog bij haar ingekwartierd waren, bogen voor haar huisregels. Ze had er een duidelijk doel mee voor ogen. Als ze de klok luidde voor het avondmaal van de soldaten, verwachtte zij hen onverwijld aan tafel. Intussen was het klokgelui over de uiterwaarden hèt sein om onderduikers veilig met een bootje naar het reeds bevrijde deel van Nederland over te zetten. Spaensweerd ging in andere handen over, maar de liefde voor het huis was zo groot dat Jean Christophes ouders het tuinmanshuis met schuur achter Spaensweerd opnieuw wisten te verwerven. Sinds jaar en dag is het nu vakantieverblijf en feestlocatie voor de familie en uitgeverij Lemniscaat.
“Lemniscaat is een kleine uitgeverij en dat willen we ook blijven” , vertelt de uitgever in het ruime herenhuis in het Rotterdamse Kralingen, waar de uitgeverij zetelt. Mijn vader ‘creëerde’ Lemniscaat op 53 jarige leeftijd. Hij had genoeg van zijn baan bij Unilever en besloot het roer om te gooien. Hij haalde zijn uitgeversdiploma en begon in 1963 met mijn moeder de uitgeverij.” Boeken van Lemniscaat stralen iets ideëels uit, iets antroposofisch wellicht. Maar dat laatste ontkent de uitgever zeer beslist. “We gaan uit van een zeker mensbeeld, maar we zijn zeker geen New Age- uitgever. Als kind zat ik trouwens wel op de vrije school, maar antroposofisch waren we niet.”
Op tafel ligt een van de eerste prentenboeken, die Lemniscaat uitgaf, Max en Maximonsters. Boele van Hensbroek sr haalde het boek uit Amerika, waar het een tijdlang verboden was ter bescherming van de tere kinderziel. Het boek van Maurice Sendak dateert uit 1968 maar gaat nog steeds over de toonbank. Lemniscaat is misschien het meest bekend door de kinderboeken, maar de uitgeverij geeft ook veel non-fictie uit. Het zijn boeken met engagement, niet puur academisch, maar vrij concreet over onderwerpen als globalisering, bestrijding van armoede en over de passies van bekende Nederlandse filosofen . Boele van Hensbroek doet een greep uit de kast en toont de biografie van Nobelprijswinnaar Muhammed Yunus. Hij heeft hem ontmoet in Bangladesh, waar hij begon met het verstrekken van
microkredieten aan arme vrouwen. Dit idee is inmiddels over de hele wereld verspreid en is een groot succes geworden.
Het meest aaibare boek ligt als pronkstuk op tafel. Het is het bekende prentenboek‘Rupsje Nooitgenoeg’ van Eric Carle, in een uitvoering voor blinde kinderen, met prachtige stofjes en braille. Het is gemaakt in India en wie het aanschaft koopt in feite twee boeken een voor hier en een voor een blind kind in India.
Lemniscaat kent veel klassiekers onder de kinderboeken, zoals die van Thea Beckman, Evert Hartman en Jan Terlouw. Het zijn boeken die een solide plek krijgen in de boekenkast en misschien wel doorgaan naar de volgende generatie. Als die tenminste weer aan het lezen slaat. Voor de uitgever is dat een zorg. We doen in Nederland te weinig om de jongeren aan het lezen te krijgen. Belangrijk is het om de groep jongeren tussen 15 en 25 goed te bedienen. Dat doen ze in Amerika beter dan hier. We gaan dan ook boeken van een groep jonge Amerikaanse schrijvers uitgeven voor de ‘young adults’.Voor de promotie van die boeken willen we creatief zijn. Internet en de mobiele telefoon spelen een grote rol bij kinderen. Bij ons kan je al een boek op je mobiel lezen en we zijn hard aan het na denken hoe we Hyves en Youtube kunnen gebruiken voor de promotie van onze boeken. We moeten voorkomen dat een hele generatie het genot van lezen gaat missen.
Vijf boeken van Lemniscaat vielen eind mei in de prijzen:
Het Gouden Penseel ging naar Charlotte Dematons, voor het prentenboek‘Sinterklaas’ De Zilveren Griffel was voor Jan Michael voor het boek ‘ Op weg naar huis’
Bekroningen met Vlag en Wimpel waren er voor:
Marije Tolmans voor het prentenboek ‘Mejuffrouw Muis en haar heerlijke huis’
Truus Matti voor het boek ‘Vertrektijd’ Mireille Geus voor het boek ‘Naar Wolf’